Over Veerle Beckers en de illusie van een herinnering

Het schilderij ontstaat van zodra ze het doek opspant. Wellicht al veel eerder dan dat. Maar het is tijdens die contemplatieve arbeid, uiterst zorgvuldig verricht, dat Veerle Beckers de ruimte afbakent van waaruit ze de wereld opnieuw benadert. Omringd door voorgangers en leermeesters, gevormd door tradities en bepaald door een leven; in de aanloop naar een beeld dat vooralsnog achterwege blijft, zich in haar gedachten ophoudt en aanwast. Net als bij de verflagen die ze een voor een aanbrengt. Terwijl ze het canvas prepareert en het oppervlak vervolgens meermaals teder toedekt, het een eigen stratificatie verleent. Ze zoekt er naar een kleur, hanteert criteria die anticiperen op wat vermoedelijk nog zal komen. Of ze wordt geleid door een sentiment, momentaner en intiemer, soms onverklaarbaar en kwetsbaar. Een zoeken dat bovendien nergens wordt verborgen, openlijk resoneert in de richtingen die ze het penseel al doende uitstuurde of in een veeg die niet afdekt maar aan het licht brengt, naar een eerder verwijst, binnen de termijn van het voorbereidend proces.


Wat daarop volgt is verwant maar verschillend, speelt zich nadrukkelijker op de voorgrond af. Van het doek dat Veerle Beckers inmiddels tot een context maakte, een omstandigheid die haar toelaat te vrijwaren wat anders onherroepelijk verloren zou gaan. Omdat het iets was wat al bij al maar heel even duurde, zich schijnbaar onbeduidend voltrok in de periferie van de dagdagelijkse werkelijkheid. Of omdat het teruggaat op een verder verleden en onterecht tot een voetnoot verwerd, tussen de plooien van de geschiedenis in viel. Eigen en gevonden herinneringen aan vervlogen momenten van ondoorgrondelijke schoonheid die ze uiteindelijk op zichzelf laat staan en deelbaar maakt, vervat in vormen en structuren, in singuliere scenes die de aanleiding wel herbergen maar nooit louter voorstellen. Zodat ieder schilderij bovenal een getuigenis is, blijk geeft van een gewaargeworden gemoedstoestand die de blik de ene keer voorafgaat, er dan weer uit voortvloeit, een wezen voor even maar volledig in beslag nam. Evengoed zijn ze een uitnodiging. Om er met eenzelfde overgave in mee te stappen, om evenzeer getroffen te worden. Zij het zonder helemaal te willen weten waarom.


Hoewel Veerle Beckers in haar schilderijen ook een onvermogen aanhaalt, er impliciet verwijst naar de onvermijdelijke erosie van de nagedachtenis die haast onmiddellijk optreedt. Een besef van verlies dat de schilder lang voorafging, waarschijnlijk zijn oorsprong vindt in dagen waarin ze als kind nog geen taal of gehoor vond die het haar gunden om vast te houden aan wat haar merkbaar alweer ontglipte. Het uit zich in figuren zonder omgeving en met sporadische details, in vormen die balanceren op de grens tussen abstractie en herkenbaarheid. Ze zet de dingen naar haar hand, staat hen toe om verbanden aan te gaan die er eerder niet waren en benut de kracht van de suggestie. Waardoor ze het beeld bevrijd van de leugen van het eenduidige narratief, van de chronologische orde die hoe dan ook onvolledig, zelfs onjuist is. Waardoor ze het beeld in staat stelt om opnieuw te beginnen, van nu af aan, verbonden maar ongebonden: eigenmachtig. 


Jonas Lescrauwaet,

Januari 2022

KunstINgang#19 : Veerle Beckers 
Schouwburg Noord, 20 januari – 1 april 2022